De rups voelt zich prettig in haar cocon. Het is er licht, ruim en comfortabel. Als het buiten regent en onweert, is het binnen lekker veilig en droog. Af en toe rommelt ze wat aan de wanden van haar cocon. Ze strijkt her en der een plooitje glad en repareert scheurtjes in de wand. Ze merkt wel dat er buiten ook andere rupsen zijn. Als het geluid van die rupsen te dichtbij komt, wordt ze onrustig. Ze schopt tegen de wanden. Alle draden raken in de war. Daar schrikt ze van. Snel brengt ze de draden weer terug in de oude staat en stopt met schoppen. Het is veel beter om rustig te blijven en te kijken naar de keurige vorm van haar zelfgesponnen huis.